|
Zondag,... marktdag. Deze keer in Pisac. Maar eerst ontbijten we in het Niños Hotel. Deze mensen verdienen hier hun brood mee. En het is nog een heerlijk ontbijt op de koop toe.
Met 2 taxi's rijden we dan met z'n achten naar Pisac. Deze markt is veel toeristischer ingesteld dan die van Tarabuco. Alle stalletjes verkopen ongeveer dezelfde souvenirs. En iedereen vraagt om foto's te maken, waar je dan wel voor moet betalen.
Rond de middag rijden we met de taxi verder naar de hoogste ruïne. Wij hebben problemen met de luchtfilter, maar even blazen en we kunnen weer verder. Toch rare chauffeurs, hier in Peru.
Vanaf hier wandelen we doorheen het schitterende ruïne-complex. De gebouwen liggen verspreid over een aantal kleinere sites, maar de omgeving maakt het tot een indrukwekkende plaats. Ook de hoofdtempels nabij de Intihuatana (‘daar waar de zon wordt vastgebonden') zijn met perfectie afgewerkt.
Angelique, Riette en Henri zijn al iets vroeger doorgereden. Wij rijden dan met vijven terug naar Cuzco. Halverwege de rit worden we verrast door een hagelbui die de straten ogenblikkelijk verandert in ijsbanen, en daarna in wilde rivieren. Ook het zicht over een besneeuwde Saqsayhuanan is hallucinant. Onderweg zien we de nodige wagens langs de kant van de weg staan. Het wordt nog een avontuur om heelhuids in het hotel te geraken. Ook de straat van het hotel en zelfs de inkomhal hebben het nodige water moeten slikken.
Een tweetal uur later gaan we met z'n allen gezamenlijk eten in een klein restaurantje. Hier wordt Willem ook de nodige lof toegedicht omdat hij deze reis zo goed heeft laten verlopen, hoewel hij beweert dat het een gemakkelijke reis was zonder al te veel tegenslagen en problemen. Wij hebben inderdaad al ongelooflijke verhalen gehoord van andere groepen.
Tijdens de maaltijd komt de eetwareninspectie de keuken controleren. Afsluiten doen we met een drankje in het "Bagdad café".
|