|
We zouden om 7u30 vertrekken richting zoutmeer, maar de bus komt maar niet opdagen. Omdat enkelen willen ontbijten (vóór de 7 uur durende tocht naar Salar de Uyuni), wordt het vertrek met een uurtje uitgesteld. Omdat de bus niet in de smalle straat voor het hotel mag parkeren, moeten we ook nog eens 3 blokken wandelen om aan te bus te komen. De bagage en zieken gaan met de taxi...
De spectaculaire rit naar Uyuni gaat doorheen een langzaam wisselend landschap, langs de rand van de alti-plano. Tijdens een foto-stop kunnen we even wandelen, zo worden de ‘saaiere' uren toch afgewisseld met aangename kwartiertjes. Zeker als er dan nog een kudde lama's naast de weg staat te grazen. De fotofilmpjes vliegen er door.
‘s Middags houden we een uurtje pauze in een heel klein dorpje. Het is verwonderlijk hoe de Bolivianen hier overleven door het water van één klein beekje over al hun akkers te laten vloeien. Het is hier zelfs zo armoedig dat we in het enige huis dat een beetje op een restaurant lijkt enkel wat soep en koffie kunnen krijgen. Wel vreemd dat de chauffeurs wel eten krijgen...
Uiteindelijk naderen we de immense vlakte van het zoutmeer. Maar vanop een afstand lijkt het nog niet zo speciaal... het lijkt op een groot meer, maar dan in een roze-witte kleur. Eenmaal we in Uyuni toekomen, wordt de bagage opgesplitst. Het deel dat we de komende drie dagen niet nodig hebben, laten we achter in een depot (lees kamer). Het andere deel wordt boven op 3 jeeps geladen, samen met het eten. Voordat onze nieuwe Boliviaanse gidsen ons naar het zoutmeer brengen, hebben we nog een uurtje om het stadje te verkennen en wat fruit en drank in te kopen. Buiten de lokale markt is er echter niet veel te beleven. De verlaten straten lijken een zeer goede locatie voor de opnames van één of andere Western film.
We rijden nu met de drie reuze jeeps richting zouthotel. Dit hotel ligt slechts 15km van de rand van het zoutmeer, maar de tocht is zeer bevreemdend: tegen 70km/h over een immens grote vlakte rijden grenst aan het surrealistische. Halverwege houden we even halt om foto's te maken van het grote witte niets... of stopten we nu omdat één van de jeeps een lekke band had, of omdat de batterij van de andere jeep niet meer werkte?
En hoewel we op het zout rondlopen en het helemaal niet koud is, blijven onze hersenen ons zeggen dat we in een sneeuwlandschap wandelen.
Als we in het hotel toekomen zijn we niet de enige Nederlands sprekenden. De groep van Djoser is er ook. Om optimaal van de zonsondergang te genieten raadt de gids ons aan om 500m van het hotel weg te wandelen, en zeker nog tot een half uur na de ondergang te blijven kijken. En natuurlijk heeft hij gelijk. Gelukkig zijn er ook enkele wolkenslierten om nog meer kleur te geven aan de ondergang.
Ondertussen heeft de kokkin op enkele gasfornuisjes een schitterende maaltijd bereid: sinaas-glühwein, soep, spaghetti en koffie. En zoals een beetje verwacht is eten in het zouthotel geeft wel iets speciaals: zouten tafel, zouten stoelen, zouten muren. Over de toiletten zullen we zwijgen.
Om 22u kijken we nog even naar de heldere zuidelijke sterrenhemel, en dan is het tijd om de zoute bedden op te zoeken. Enkelen houden het met behulp van een fles whisky wat langer vol.
|