|
Net als gisteren ontbijten we in het restaurant. Daarna hebben we even tijd om het stadje zelf te bezoeken. De zoektocht naar Veerle's notaboekje is tevergeefs. Het belangrijkste bouwwerk is de Moors uitziende kathedraal, en niemand zou die mogen missen.
Om 9u30 (ongeveer dan toch) wordt alle bagage op de bus geladen om naar Puno (Peru) te rijden. Het is ongeveer 10 km tot aan de grens, maar op een slecht onderhouden zandweg duurt het toch wel even vooraleer we de hele papierwinkel van paspoort en migratiepapiertjes mogen bovenhalen.
Even alle Bs in Sols wisselen, en dan hebben we nog zo'n 130 km asfaltweg voor de wielen liggen. Wel zorgt de nieuwe tijdszone ervoor dat we een uurtje winnen, en de opkomende honger van Wim plots verdwijnt...
Net voor de middag komen we aan in een iets minder hotel. Na de verdeling van de kamers (Britta slaapt bij ons), gaan we vlug (allez, naar Peruaanse normen) op zoek om iets te eten. Vervolgens rijden we per fietstaxi naar de haven.
Hier gaan we met ‘Bloody' op zoek naar de Uros-riet-eilanden. Deze drijvende eilanden zijn ontstaan bij de vlucht voor de Spaanse ‘conquistador'. Nu zijn dit taxvrije gemeenschappen die op het Titicacameer leven. Hun voornaamste bron van inkomen is het toerisme. Met een rieten boot peddelen we ook naar een tweede eiland. Regelmatig voegt men op deze eilanden riet toe om de eilanden niet te laten doorrotten.
Tegen 17u zijn we terug in de haven en brengt een bus ons naar het hotel. Nog even door de winkelstraat wandelen (trouwmissen bekijken, alpaca-tapijt kopen) en iets eten in La Hosteria (met Loes en Erik): van een pizza tot een gedeeld vijfgangen menu.
Tegen 22u gaan we slapen onder veel te warme dekens.
|