|
Het zijn nog steeds niet zo'n lange wandeldagen. Dus kunnen we rustig om 7u00 opstaan en ontbijten, om dan tegen negen uur te vertrekken. De eerste kilometer moeten we het pad van gisteren opnieuw nemen, maar algauw volgen we een niet aangeduide afslag doorheen het bos. Blijkbaar is onze gids goed ingelicht, want even later komen we inderdaad weer op het eerste pad uit.
Een klim over leisteengruis en doorheen een wisselend bloemenveld brengt ons aan de stenen orgelpijpen. Het weer is beter dan de vorige dagen, maar gelukkig zitten we aan de schaduwzijde van de berg, zodat we niet al te hard zweten. De vreemde stapeling van leistenen levert ook verrassende foto's op.
Boven op de top van de Col de Côte-Belle (12u30, 2290m -- 1000m klimmen) zoeken we een plaatsje uit de wind om te picknicken. Wim, Rudi en Stefan hebben nog niet genoeg geklommen, en gaan kijken naar het zicht op een 100m hoger gelegen top.
Tegen twee uur is het dan tijd om de afdaling (1030m zakken tot 1266m) naar Le Désert aan te vatten. Aanvankelijk is het pad vrij gemakkelijk, maar naar het einde toe liggen er meer en meer stenen op het pad. Om 16u30 vinden we met behulp van Stefaan z'n GPS de hut terug. Het is een kleine gîte, waar we enkel moeten slapen. Het eten wordt in het cafeetje opgediend. Samen met het Engelse koppel zijn wij de enigen die hier overnachten. Dit heeft als voordeel dat ik mij dwars over 3 bedden kan leggen... wat een luxe.
Terwijl de laatstendouchen, hebben anderen de picknick al uitgebreid met een verse voorraad kaas. Om 19u00 kunnen we aan het avondmaal beginnen: soep, kippenbout met rijst en ratatouille, brood en kaas, en tot slot platte kaas met bosbessen.
Na nog een drankje in een tweede cafeetje, zoeken we tegen 22u onze slaapplaatsen op.
|